Verhoging naar 21.4%
De Nederlandse regering overweegt een verhoging van het hoogste BTW-tarief van 21% naar 21,4%. Dit plan moet 1,3 miljard euro extra belastinginkomsten opleveren, maar stuit op forse kritiek vanuit zowel de coalitie als de oppositie. Vooral de retailsector dreigt de gevolgen te voelen, aangezien prijsstijgingen onvermijdelijk lijken. Voor consumenten betekent de BTW-verhoging simpelweg hogere prijzen. Vooral duurdere producten zoals kleding, elektronica en auto’s zullen merkbaar duurder worden, wat een directe impact heeft op de koopkracht. In een tijd waarin veel huishoudens al worstelen met stijgende kosten, kan dit extra financiële druk opleveren en tot een daling in de verkoop leiden.

De gevolgen
Niet alleen consumenten, maar ook Nederlandse retailers voelen de gevolgen. Hogere prijzen maken het aantrekkelijker om te winkelen bij internationale online platforms zoals Shein en Temu, waar producten vaak goedkoper zijn. Dit kan de concurrentiepositie van lokale winkels verder verslechteren en bijdragen aan leegstand in winkelstraten, een ontwikkeling die al langer gaande is. Daarnaast kan de BTW-verhoging inflatie verder aanwakkeren. Ondernemers zullen hun hogere kosten doorberekenen, wat niet alleen de prijzen opdrijft, maar ook de marges van bedrijven onder druk zet. Dit kan ertoe leiden dat sommige retailers in financiële problemen komen, met mogelijke faillissementen als gevolg. Jan Meerman, directeur van brancheorganisatie INretail, noemt de maatregel ‘een aanslag op de winkelstraat’. Ook binnen de politiek klinken kritische geluiden; tegenstanders bestempelen de verhoging als ‘onrealistisch en asociaal’. Al met al dreigt deze maatregel zowel consumenten als de retailsector hard te raken. Bij Centrummanager.com vinden we het essentieel dat overheid en bedrijfsleven samen naar oplossingen zoeken om de koopkracht te beschermen en de vitaliteit van de Nederlandse winkelstraten te waarborgen.